Ambtenarenrecht

Het ambtenarenrecht, het sociaal recht voor de werknemers in de collectieve sector, is moeilijk toegankelijk. De belangrijkste oorzaak daarvan is de verscheidenheid aan regelingen op het gebied van de primaire, secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden. Immers voor de arbeidsvoorwaarden die niet in de ambtenarenwet zijn geregeld, worden voor de werknemers binnen de collectieve sector, decentraal (nadere) voorschriften vastgesteld, getuige artikel 125 lid 1 Ambtenarenwet. De ambtenarenwet is de overkoepelende wet met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden van de ambtenaren. Decentrale afspraken neergelegd in de diverse rechtspositieregelingen maken het ambtenarenrecht onoverzichterlijker.

Ambtenarenrecht versus Arbeidsrecht

Op het specialistische vakgebied van het ambtenarenrecht vormen diverse geschillen het onderwerp van een juridisch geschil. De problematiek die zich voordoet in de commerciele sector ten aanzien van niet-ambtenaren, in het kader van het arbeidsrecht doet zich uiteraard ook voor in het ambtenarenrecht. Het recht waarlangs het geschil wordt “opgelost” is echter verschillend ten opzichte van het arbeidsrecht. Het ambtenarenrecht is daarom een specialistisch vakgebied. De procedures waarlangs een ontslag of een disciplinaire straf kan worden aangevochten is wezenlijk verschillend van het arbeidsrecht. Inhoudelijk kunnen de verschillen van mening tussen enerzijds werkgever en werknemer (arbeidsrecht) en anderzijds overheidswerkgever en ambtenaar (ambtenarenrecht) in veel opzichten op elkaar lijken, de manier waarop de geschillen worden opgelost is wezenlijk anders.

Eén van de opvallendste verschillen is het feit dat de werknemer conform het arbeidsrecht zelf een procedure dient te starten bij de kantonrechter om het ontslag aan te verchten. De werknemer dient daarvoor griffiegeld te voldoen. De ambtenaar daarentegen dient in eerste in instantie een bezwaarschrift in te dienen bij de (interne) bezwaarschriftenadviescommissie. Daarvoor is de ambtenaar geen griffiegeld verschuldigd. De bezwaarschriftencommissie zal de overheidswerkgever voorzien van een advies over het (ontslag)besluit. Naar aanleiding van het advies kan de overheidswerkgever besluiten het advies over te nemen. Dat is niet verplicht. Als de overheidswerkgever het advies van de commissie niet overneemt, kan de ambtenaar vervolgens tegen de beslissing op bezwaar beroep aantekenen bij de rechtbank.

Het grootste verschil tussen het ambtenarenrecht en het arbeidsrecht is wel de wijze waarop ontslag wordt gegeven. De commerciele werkgever dient een ontslagvergunning voorafgaand aan het daadwerkelijke ontslag aan te vragen. Dientengevolge wordt het ontslag vóóraf getoetst. De overheidswerkgever hoeft dat niet. Dat betekent dat het ontslag dat de overheidswerkgever verleend aan de ambtenaar achteraf door de onafhankelijke bestuursrechter kan worden getoetst.

Ambtenarenrecht versus bestuursrecht

Het ambtenarenrecht komt tot uitdrukking dankzij het bestuursrecht. Dat betekent dat het ambtenarenrecht betekenis krijgt door middel van het bestuursrecht. Het bestuursrecht is immers de taal waarlangs het ambtenarenrecht tot uitrukking komt. Een voorbeeld. De ontslagregels, zoals opgenomen in de verschillende rechtspositieregelingen betreft het zogenaamde ambtenarenrecht. Het zijn de “inhoudelijke regels” waar een ambtenaar en het bestuursorgaan zich aan dienen te houden. Het bestuursrecht leert ons hoe de regels moeten worden toegepast ten aanzien van bijvoorbeeld het ontslag van een ambtenaar. Het bestuursrecht geeft de regels weer hoe bijvoorbeeld het ontslag van een ambtenaar geeffectueerd kan worden. Het ambtenarenrecht geeft dus aan waarom een ambtenaar kan worden ontslagen, het bestuursrecht geeft daarentegen aan hoe een ambtenaar kan worden ontslagen.

Ambtenarenrecht versus strafrecht

Op het eerste gezicht hebben beide rechtsgebieden niet veel raakvlakken. Het ambtenarenrecht regelt de rechtspositie van ambtenaren en het strafrecht regelt de rechtspositie van de verdachte(n). Niets is minder waar. Het ambtenarenrecht en het strafrecht hebben veel raakvlakken. De rechten van een verdachte, zoals neergelegd in het wetboek van strafvordering (Wetb. Sv) komen in bepaalde vormen weer terug in de verschillende rechtspositieregelingen of de jurisprudentie op het gebied van het ambtenarenrecht. Een voorbeeld. In het kader van het ambtenarenrecht kan een ambtenaar disciplinair gestraft worden. Daarbij gelden er voor de ambtenaar een aantal rechten en plichten, zoals in het bijzonder het recht op juridische bijstand, hoor en weder hoor en het recht om kennis te nemen van hetgeen het overheidsorgaan aanduidt als plichtsverzuim. De verdachte heeft in het kader van het strafrecht evenzo vergelijkbare rechten en plichten.

Daarentegen zijn er uiteraard ook verschillen tussen het ambtenarenrecht en het strafrecht. In het strafrecht geldt het adagium, dat niemand hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeling. het ambtenarenrecht kent evenwel de belangrijke regel, dat ambtenaren zich trasparant dienen op te stellen. Ook in een disciplinair onderzoek. Dat kan betekenen dat een ambtenaar tijdens een disciplinair onderzoek kan ondervinden dat hij vanuit het ene rechtsgebied (strafrecht) het recht heeft om te zwijgen, maar dat hij daarentegen vanuit het andere rechtsgebied (het ambtenarenrecht) gedwongen wordt om transparant te zijn en medewerking te verlenen aan het disciplinair onderzoek. Er bestaat dan een botsing van rechten en de rechten van de ambtenaar enerzijds en verdachte anderzijds staan op gespannen voet met elkaar. Deze botsing komt nog meer tot uittrukking, als gegevens uit het disciplinaire onderzoek (later) gebruikt (kunnen) worden in een eventueel strafrechtelijk onderzoek. De ambtenaar dient op zijn hoede te zijn en doet er verstandig aan juridische bijstand in te schakelen.